Lijst van taalkundigen
Uiterlijk
Deze lijst is (mogelijk) incompleet. U wordt uitgenodigd op bewerken te klikken om de lijst uit te breiden.
Deze lijst bevat een zo compleet mogelijk overzicht van taalkundigen volgens alfabet, geboortejaar, nationaliteit en specialisatie.
Dit is een van-A-tot-Z-lijst van op Wikipedia aanwezige artikelen die iets te maken hebben met dit onderwerp. Als u een artikel aantreft dat hier ook thuishoort maar nog niet op deze lijst staat, dan mag u dit vrijelijk toevoegen. Het is echter niet de bedoeling om hier links naar ontbrekende artikelen te plaatsen. A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z |
- Eugène Berode (1931-2011). Belgische taalkundige en eerste taaladviseur bij de BRT.
- Edgard Blancquaert (1894-1964). Belgische neerlandicus en dialectoloog.
- Jan Blommaert (1961). Belgische sociolinguïst en antropoloog.
- Leonard Bloomfield (1887-1949). Amerikaanse taalkundige met specialisatie in Indo-Europese talen en Austronesische talen.
- Franz Bopp (1791-1867). Duitse taalkundige en een van de grondleggers van de indogermanistiek.
- Marcus Zuerius Boxhorn (1612-1653). Nederlandse taalkundige die al een van eersten de Indo-Europese taalfamilie voorstelde.
- Lodewijk Brouwers (1901-1997). Belgische neerlandicus. Bekend door zijn werk Het juiste woord uit 1931.
- Karl Brugmann (1849-1919). Duitse taalkundige met specialisatie in de Indo-Europese talen.
- Noam Chomsky (1928). Amerikaanse taalkundige. Bedenker van de theorie van de Universele grammatica.[1]
- Gaston Compère (1924-2008). Belgische filoloog en essayist.
- Walter Couvreur (1914-1996). Belgische filoloog en specialist in oude Oosterse talen.
- Johan Hendrik van Dale (1828-1872). Nederlandse lexicograaf, bekend dankzij het Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal.
- Leonard Lodewijk De Bo (1826-1885). Belgische dialectoloog en voorvechter van het West-Vlaams taalparticularisme.
- Frans Debrabandere (1933). Belgische taalkundige met specialisatie in de filologie.
- Albert Doppagne (1912-2003). Belgische Franstalige filoloog.
- James Owen Dorsey (1848-1895). Amerikaanse taalkundige en etnoloog met als specialisatie in de Sioux-Catawbatalen.[2]
- Norman Fairclough (1941). Amerikaanse sociolinguist en een van de grondleggers van de kritische discoursanalyse.
- Joos Florquin (1916-1978). Belgische neerlandicus en presentator van het taalprogramma Hier spreekt men Nederlands.
- Fons Fraeters (1936-2009). Belgische neerlandicus en presentator van het taalprogramma Hier spreekt men Nederlands.
- Michel Francard (1952). Belgische Franstalige sociolinguïst met specialisatie in het Waals en Belgisch Frans.
- Gérard Garitte (1914-1990). Belgische Franstalige filoloog met specialisatie in onder andere Armeens en Grieks.
- Jean Germain (1949). Belgisch Franstalige dialectoloog en toponymist.
- Achille Gerste (1854-1920). Belgische Franstalige etnograaf en specialist in het Nahuatl.
- André Goosse (1926). Belgische Franstalige grammaticus en huidige redacteur van Le Bon Usage.
- Jan Goossens (1930). Belgische taalkundige met specialisatie in de Vlaamse dialectologie en filologie
- Joseph Greenberg (1915-2001). Amerikaanse taalkundige, bekend dankzij zijn werk in de Taaltypologie en zijn nieuwe classificatie van de Afrikaanse talen.
- Maurice Grevisse (1895-1980). Belgische Franstalige grammaticus en opsteller van het referentiewerk Le Bon Usage.
- Luc de Grauwe (1948). Belgische fraseoloog en specialist in oude Germaanse talen.
- Maurits Gysseling (1919-1997). Belgische taalkundige met specialisatie in de topomymie en de Paleografie. Poneerde de omstreden theorie van het Belgisch.
- Joseph Hanse (1902-1992). Belgische Franstalige lexicoloog en grammaticus. Bekend van het Nouveau dictionnaire des difficultés du français moderne.
- Ruud Hendrickx (1964). Belgische taalkundige, Vlaamse hoofdredacteur bij Van Dale en de huidige taaladviseur bij de VRT
- Wilhelm von Humboldt (1767-1835). Duitse taalkundige die een van de grondleggers voor de moderne taalkunde was.
- Roman Jakobson (1896-1982). Russische taalkundige die een van de grondleggers van het structuralisme.
- Jacques van Keymeulen (1952). Belgische taalkundige met specialisatie in de dialectologie en historische taalkunde.
- Cornelis Kiliaan (1529-1607). Brabantse lexicograaf en opsteller van het eerste grote Nederlandstalige verklarende woordenboek Etymologicum teutonicae linguae.
- Julien Klener (1939). Belgische hebraïcus en judaist.
- Jean-Marie Klinkenberg (1944). Belgische Franstalige filoloog en semioticus.
- William Labov (1927). Amerikaanse dialectoloog en de grondlegger van de sociolinguïstiek
- George Lakoff (1941). Amerikaanse taalkundige met specialisatie in de cognitieve taalkunde
- Joos Lambrecht (1491-1556/57). Vlaamse drukker die een eerste Nederlandsche spellynghe opstelde.
- Antoon Mostaert. (1881-1971). Belgische sinoloog en specialist in het Mongools.
- Pāṇini (5de/4de eeuw voor Christus). Indische taalkundige die de oudste bekende grammatica opstelde.
- Marlies Philippa (1944). Nederlands historisch taalkundige. Hoofdredacteur van het Etymologisch woordenboek van het Nederlands.
- Edward Sapir (1884-1939). Amerikaanse taalkundige, bekend dankzij de Sapir-Whorfhypothese.
- August Schleicher (1821-1868). Duitse taalkunde en een van de grondleggers van de indogermanisitiek.
- Ferdinand de Saussure (1857-1913). Zwitserse taalkundige die de basis legde voor de huidige taalkunde.
- Anne Marie Schaerlaekens (1943). Belgische taalkundige met specialisatie in de taalontwikkeling.
- Sibawayh (760-796). Perzische grammaticus die de eerste Arabische grammatica schreef.
- Willy Smedts (1948). Belgische taalkundige met specialisatie in de morfologie en taalbeheersing
- Johan Taeldeman (1943). Belgische taalkundige met specialisatie in de dialectologie en de Nederlands fonologie.
- Enrico Turolla (1896-1985). Italiaans classicus met interesse in Byzantijnse geschiedenis.
- Jozef Verschueren (1889-1965). Belgische lexicograaf en opsteller van het Verschueren modern woordenboek.
- Ghil'ad Zuckermann (1971). taalkundige, polyglot en een autoriteit op het gebied van taalrevitalisering en bedreigde talen; hoogleraar taalkunde aan de Universiteit van Adelaide.
Bronnen, noten en/of referenties